Er wordt veel geschreven over goed leiderschap, ook door ons (zie bijvoorbeeld de kenmerken van een leider). ‘Leiderschap' wordt dan vaak afgezet tegen ‘management', waarbij de impliciete boodschap is dat managers het eigenlijk niet goed doen. En dat is wat erg kort door de bocht. Immers, de grote leiders van een organisatie zorgen weliswaar voor een duidelijke richting en ze creëren randvoorwaarden om die richting te kunnen volgen. Maar er zijn ook mensen nodig die moeten organiseren dat het werk gedaan wordt: de managers. Deze direct-leidinggevenden zijn, wanneer zij hun werk goed doen, een belangrijk deel van hun tijd bezig met het beste uit hun medewerkers te halen, ze van mens tot mens enthousiasmeren. Dit is het soort managers dat iedereen zich later herinnert als ‘de beste baas die ik ooit gehad heb.'
Wat doen hele goede leidinggevenden anders?
Het blijkt dat deze managers, deze 'beste bazen ooit', zich realiseren dat elke persoon anders is, en vervolgens gebruik weten te maken van de unieke sterke punten van iedere individu. Dit valt uiteen in drie aspecten:
- Identificeren van iemands sterke punten. De leidinggevende ontdekt dit door veel op de werkvloer te zijn en te observeren. Ook (door)vragen naar iemands leukste en minst leuke dag van de afgelopen drie maanden op het werk levert ontzettend veel informatie. De goede leidinggevende bouwt voort op de sterke punten. Dat zal betekenen dat twee personen met dezelfde functie andere taak- en verantwoordelijkheidsaccenten zullen krijgen! De ‘uitdagingen', de zwakke punten dus, zal de leidinggevende alleen willen verbeteren voor zover, en in de mate waarin, ze een goed functioneren écht in de weg staan.
- Ontdekken onder welke omstandigheden iemand gemotiveerd is om zijn beste prestatie te leveren. Dit is een belangrijk hoofdstuk in de ‘gebruiksaanwijzing' van mensen. De ene persoon floreert als zij elke dag een complimentje van de baas krijgt, een andere excelleert wanneer hij onafhankelijk kan werken en weer een derde piekt tussen 15:00 en 19:00 uur. De goede leidinggevende zorgt dat elke persoon zoveel mogelijk onder de omstandigheden kan werken waarin die floreert. Het wordt nu natuurlijk wel management op de vierkante centimeter, maar het is nuttig bestede tijd. De leidinggevende heeft er trouwens de tijd voor, omdat zij dankzij het vorige punt geen tijd kwijt is met het trekken aan allerlei moeilijk te verbeteren zwakke punten...
- Vaststellen welke leerstijl iemand heeft. Een analyticus leert anders dan een doener, die weer anders leert dan een kijker. Iedereen heeft zijn eigen voorkeurssamenstelling van deze leerstijlen. De goede leidinggevende zorgt dat hij iemand laat leren in diens ‘eigen' leerstijl(en). Dus niet zomaar iedereen op verkooptraining, of iedereen een mentor.
Door deze drie aspecten slim (dat wil zeggen: voor iedere persoon op een eigen manier) te combineren, haalt de leidinggevende het beste uit haar medewerkers. Er ontstaan niet allemaal middelmatige klonen, maar een team dat elkaar aanvult en versterkt. Goed voor de mensen, en goed voor de organisatie!
"The art of management is to promote people without making them managers"
(Bill Gates)
Zoekt jouw organisatie ondersteuning bij het worden van een lerende organisatie? Neem dan contact met ons op. Wij hebben reeds diverse klanten geholpen hun leer- en verbetervermogen te verhogen! |
Bron van dit artikel: Harvard Business Review, maart 2005